Dit incident gebeurde met Stephen Covey - de auteur van een van de meest populaire boeken over persoonlijke ontwikkeling - "7 gewoonten van zeer effectieve mensen." Laten we het in de eerste persoon vertellen.
Op een zondagmorgen in de metro van New York ervoer ik een echte opschudding in mijn hoofd. De passagiers zaten stilletjes in hun stoelen - iemand las de krant, iemand dacht aan iets van zichzelf, iemand sloot zijn ogen en rustte. Alles rondom was stil en kalm.
Plots kwam er een man met kinderen de wagon binnen. De kinderen schreeuwden zo hard, zo schandelijk, dat de sfeer in het rijtuig onmiddellijk veranderde. De man ging naast me op de stoel zitten en sloot zijn ogen, duidelijk geen aandacht te schenken aan wat er in de buurt gebeurde.
Kinderen schreeuwden, renden heen en weer, gooiden zichzelf met iets en lieten de passagiers helemaal geen rust. Het was schandalig. De man die naast me zat, deed echter niets.
Ik voelde me geïrriteerd. Het was moeilijk te geloven dat je zo ongevoelig kunt zijn dat je kinderen zich misdragen en er op geen enkele manier op reageren, net alsof er niets aan de hand is.
Het was overduidelijk dat alle passagiers in het rijtuig dezelfde irritatie ervoeren. Kortom, uiteindelijk wendde ik me tot deze man en zei, naar mijn mening, buitengewoon kalm en terughoudend:
'Meneer, luister, uw kinderen vallen zoveel mensen lastig! Kunt u ze alsjeblieft kalmeren?
De man keek me aan alsof hij net wakker was geworden uit een droom en niet begreep wat er gebeurde, en zei zachtjes:
- Oh, ja, je hebt gelijk! Waarschijnlijk moet er iets gebeuren ... We komen net uit het ziekenhuis waar hun moeder een uur geleden is overleden. Mijn gedachten zijn verward, en waarschijnlijk zijn ze na dit alles ook niet zichzelf.
Kun je je voorstellen hoe ik me op dit moment voelde? Mijn denken kwam op zijn kop. Plots zag ik alles in een heel ander licht, totaal anders dan een minuut geleden.
Natuurlijk begon ik meteen anders te denken, me anders te voelen, me anders te gedragen. De irritatie was weg. Nu hoefde ik mijn houding ten opzichte van deze persoon of mijn gedrag niet te beheersen: mijn hart was gevuld met diep mededogen. De woorden ontsnapten mij spontaan:
- Is uw vrouw net overleden? Oh sorry! Hoe is dit gebeurd? Is er iets dat ik kan doen om te helpen?
Alles veranderde in een oogwenk.